7 – 13 april
Maandag 7 april: We
hadden een pijl gezien naar een wandelpad, ‘the Melrose Nature
Walk’. We volgden dit pad voor een half uurtje, toen we inzagen dat
dit pad ons niet op 'Mount Remarable' zou brengen keerden op onze
voetstappen terug en reden wat terug richting het stadje 'Melrose'.
Daar vonden we een tweede wandelpad. We volgden het pad, maar dat
splitste zich al snel zonder enige aanduiding. Na wat verloren te
hebben gelopen stuitten we op een monument en een bewegwijzerd pad de
berg op. Na een korte lunchpauze besloten we de berg op te klimmen.
Het pad liep langs steile afgronden en was bij tijden moeilijk
begaanbaar aangezien het bestond uit losliggend steengruis. Het was
wel duidelijk dat er een aantal landslides hadden plaatsgevonden, en
in één van deze kloven zagen we de restanten van een klein
vliegtuigje.
Na vijf uren te hebben
gewandeld bereikten we onze auto. We liepen snel nog een toertje over
de hangbrug en reden toen door naar ‘Horrocks’ monument’, waar
we aan een sneltempo een grote pot noedels hebben klaargemaakt omdat
de vliegen ons in hordes aanvielen.
Dinsdag 8 april: We
werden abrupt gewekt door zeer lawaaierige werkmannen, die aan de
overkant van de snelweg een omheining aan het herstellen waren. We
reden een tiental km terug om 'Hancocks’ lookout' te gaan
bezichtigen. Vanop het uitkijkpunt zag je aan de ene kant de bergen
(waaronder 'Mount Remarkable') en aan de andere kant de kust (met
bovenaan 'Port Augusta' en 'Port Pirie' aan de andere kant). Daarna
reden we 'Port Augusta' binnen en bezochten we het 'Wadlata outback
center', waar de geologische tijdlijn van Australië in beeld wordt
gebracht. De kolonisering van Australië kwam ook uitgebreid aan bod,
waarbij de hoop op een binnenlandse zee dik tegenviel aangezien er
uitsluitend een rode woestijn werd ontdekt. We zagen er ook een
aantal informatieve filmpjes over de outback en de materiële cultuur
van de aboriginalgemeenschap. Het heeft de hele dag geregend, het
kwam dus goed uit dat we de hele namiddag in het museum door hebben
kunnen brengen.
We hebben dan nog snel
inkopen gedaan en een nieuw stoofje aangeschaft, aangezien het oude
niet meer naar behoren wilde branden. We reden vervolgens door op
zoek naar een kampeerplek. De invallende duisternis en de aanhoudende
regen bemoeilijkte onze zoektocht. Uiteindelijk vonden we een
geschikt plekje op 'tent hill rest area’.
Woensdag 9 april: Hele
dag onderweg geweest, waarbij we gestopt zijn bij een aantal
pittoreske uitkijkpunten. Het heeft de hele dag geregend, wat niet
overeenkwam met ons beeld van een reis door de woestijn. We besloten
om op 90 km van 'Coober Pedy', in 'Ingomar North rest area' te
stoppen voor de nacht.
Donderdag 10 april: Na
een uurtje rijden bereikten we 'Coober Pedy', de stad in de woestijn
waar de helft van de bevolking ondergronds leeft om aan de ziedende
hitte te ontsnappen. Al was de hitte ver te zoeken, het regende en
waaide voor dood! We reden naar het informatiecentrum waar we vooral
gebruik hebben gemaakt van het gratis internet. We besloten dat het
tijd was voor een warme douche, en dus een nacht door te brengen op
een camping. Uiteraard ging onze voorkeur uit naar de goedkoopste, en
dus reden we Coober Pedy terug uit om op vier kilometer van de stad
op een afgesloten kampeerplek ‘Riba’s’ te verblijven. We
genoten met volle teugen van de douche, het was dan ook al een tijdje
geleden dat we deze luxe nog hebben gehad. Daarna volgde een
uitgebreide kooksessie en aangezien er gratis internet was, een
blog-sessie. We hebben heerlijk geslapen op de stille kampeerplek.
Vrijdag 11 april: Vandaag
zijn we compleet uitgerust gestart aan de rit van Coober Pedy naar
Alice Springs. Alvorens onze reis te hervatten besloten we een bezoek
te brengen aan de ondergrondse kerken in Coober Pedy. We stapten
niets vermoedend binnen in ‘the Rivival Church’, waar we al snel
in het snotje hadden dat de geloofsgemeenschap ietwat vreemde
overtuigingen deelden. Onze vermoedens werden bevestigd toen Colin
binnenwandelde en ons vroeg of we de heilige geest al ontvangen
hadden. En uiteraard in tongen hadden gesproken, want dat doet
iedereen daar blijkbaar. Met ingehouden lach bleven we respectvol en
het leverde ons een gratis rondleiding op door de tunnel onder de
‘kerk’ (eerder hol met stoeltjes in). We zagen er een aantal
gefossiliseerde schelpen onder black light. Hij toonde ons de
schachten die initieel toegang gaven tot de mijn, die nu dus als kerk
wordt gebruikt. Hij raadde ons aan om het ondergronds motel naast de
kerk te gaan bezoeken, waarna hij nog wat godsdienstige shit spuide
en ons wat boekjes meegaf over Revivalists in Europa.
We besloten het erop te
wagen en stapten de receptie van het motel binnen. We mochten direct
een kijkje nemen en daar werden we opnieuw getrakteerd op een
bezielde godsdienstige monoloog van Ben, de eigenaar van het motel.
Hij probeerde ons te overtuigen dat als je de bijbel niet letterlijk
volgt, je niet in de hemel zal terechtkomen. Hij ging zelfs zover dat
hij alles (familie en vrienden) zou opgeven als dat niet Gods weg zou
zijn, hij wou het op de ‘juiste manier’ doen. Hij hield ons een
uur aan de klap en liet ons dan snel het ondergronds labyrint zien
waar je in alle luxe kan overnachten. Hij was een beetje uit zijn
doen vertelde hij ons omdat ze net bestolen waren. Bij het uitgraven
van de motelkamers is een grote cluster opaal aangetroffen, ter
waarde van een half miljoen AUD. De grootste stukken lagen
tentoongesteld in het motel, en die waren gedurende de nacht
gestolen.
We zijn dan nog snel de
Anglicaanse catacomben kerk gaan bezichtigen. We hebben Coober Pedy
achter ons gelaten, en reden nog een 300-tal kilometer richting Alice
Springs. We besloten rond half zes te stoppen en kamp op te zetten.
Niet lang nadat wij op de kampeerplek waren toegekomen arriveerde een
old timer die we eerder voorbij gereden waren. Een autootje van het
jaar des heren 1930, zonder deurtjes. Hilarisch om daar dan twee
oudere mannen te zien uitklimmen. We hebben een praatje met hen
gemaakt, en kregen de ene na de andere anekdote over al hun avonturen
en reizen. Ze vertelden ons dat de auto echt een “vrouwenmagneet”
is, het is te zeggen, vooral vrouwen die dezelfde leeftijd hebben als
de auto! Hilarisch!
Zaterdag 12 april: hadden
we nog een 200 tal km voor de boeg vooraleer we Alice Springs
bereikten. Daar toegekomen gingen we onmiddellijk naar het
informatiecentrum op zoek naar interessante plekken die we hier
moesten zien. De wifi hield ons efkes bezig, het was ook al enkele
dagen geleden dat we bereikbaar waren geweest.
Zondag 13 april: hebben
we opnieuw wat rondgehangen in Alice Springs. We zagen er heel wat
Aboriginals ronddolen in en om de stad. Aan de stad passeert een
rivier, maar gedurende het merendeel van het jaar staat deze rivier
droog. In deze droge bedding groeperen Aboriginals. Deze aanwezigheid
van rondhangende mensen geeft een wat vreemde sfeer, vooral omdat ze
soms op bijzonder harde toon praten in hun eigen taalwat voor
onscompleet onverstaanbaar is.
Verena
Geen opmerkingen:
Een reactie posten